De bekkenbodem is een deel van je lichaam waar je niet vaak aan denkt. Totdat je een probleem krijgt wat daarmee samenhangt, zoals rugklachten, ongemak bij het vrijen of incontinentie, dus het niet goed op kunnen ophouden van plas of poep. Dat geldt natuurlijk voor de meeste lichaamsfuncties. Pas als het niet meer probleemloos gaat door welke reden dan ook, vraagt het opeens je aandacht.
Vanuit de Feldenkrais Methode zijn we gewend om te kijken naar wat je gewoonten zijn en geven we je opties, mogelijkheden wat je ook of anders zou kunnen doen. De bewegingen ondersteunen je in een bewust worden en gewaar zijn van je bekkenbodem en de verschillende mogelijkheden in aan- en ontspannen uit te proberen. Het is bij bekken- en bekkenbodemproblemen zinvol om eerst eens te kijken naar de belangrijkste functies en hoe je dat doet.
Functies bekkenbodem
De bekkenbodem is betrokken bij je spijsvertering, bij het ontdoen van je afvalstoffen in de vorm van plas en poep, bij je ademhaling, bij je balans, bij de voortplanting en in je seksuele leven. Een gezond functionerende bekkenbodem helpt een beter functioneren op al die terreinen en dus een beter algeheel welbevinden. De bekkenbodemspieren werken in een samenwerking met allerlei andere spieren en ondersteunen o.a. de functie van de heupgewrichten en de lage rug.
Omdat incontinentie een steeds groter probleem blijkt, wil ik me in deze blog beperken tot de gewoontes in plassen en poepen en het ophouden daarvan.
Hoe functioneert het idealiter
In de bekkenbodem (in afbeelding urogenital diaphram), die geheel uit spierweefsel bestaat, zitten bij vrouwen 3 openingen: plasopening, poepgat en vagina en bij mannen 2 openingen: plasbuis en poepgat. Deze openingen zijn omgeven door ringvormig spierweefsel: de kringspieren of sluitspieren. Deze sluitspieren zijn de buitenste of externe sluitspieren (external sphincter) gemaakt van willekeurig spierweefsel en die je dus actief kunt sluiten door aan te spannen of openen door te ontspannen. Als die spieren werken sluit je je urinebuis (urethra) naar buiten toe af. De urinebuis loopt naar binnen toe tot aan de blaas. In de uitgang van de blaas naar de urinebuis toe zit nog een kringspier, de binnenste of interne sluitspier (internal sphincter). Deze bestaat uit glad spierweefsel en hoort bij het orgaanspierweefsel en dus bij het autonome zenuwstelsel. De naam zegt het al: het werkt autonoom, dus vanzelf, buiten onze controle om.
Bij de anus, het poepgat, is het precies zo, alleen zit de binnenste kringspier ook aan het eind van de endeldarm direct binnen de ring van de buitenste sluitspier.
Hoe werkt het bij het plassen
Als je blaas, die zelf ook uit glad spierweefsel bestaat, zich langzaam vanuit de nieren via de urineleider (ureter) met urine vult, is de binnenste kringspier aangespannen en sluit zo de blaas af. De buitenste sluitspier kan dan ontspannen, want die is niet nodig voor het ophouden van je plas. Wordt de blaas te vol en de blaaswand te veel gerekt, krijg je een signaal dat je naar de wc moet. Op dat moment sluit de buitenste sluitspier om mee te helpen je plas op te houden zodat je tijd hebt om een wc te zoeken. Je kunt het dan best nog wel een poosje volhouden. Soms verdwijnen dan weer de aandrangsignalen tot de noodzaak sterker wordt en de aandrang dus ook veel sterker te voelen is.
Zit je op de wc dan ontspan je de buitenste kringspier en geef je hiermee het signaal aan je blaas dat zijn sluitspier ook mag ontspannen. Op dat moment werken je blaaswandspiervezels de plas naar buiten. Het is dus niets anders dan het kraantje openen en wachten tot de blaas zich voldoende geleegd heeft en de binnenste kringspier zich weer kan sluiten. Dan wacht je nog even tot ook de urinebuis is leeggelopen, zodat je zonder angst voor lekkage je buitenste kringspier ontspannen kunt houden. Bij mannen en vrouwen werkt het precies gelijk, alleen loopt de urinebuis bij mannen verder door voorbij de buitenste sluitspier, waardoor mannen langer tijd nodig hebben om de urinebuis helemaal leeg te laten lopen aan het eind van het plassen.
Hoe werkt het bij het poepen
Bij de darmen werkt het precies zo. De binnenste autonome kringspier houdt je anus gesloten. Pas bij aandrangsignalen vanuit de darmen sluit je je buitenste kringspier in je anus. Op de wc gezeten ontspan je je buitenste kringspier weer en krijgt je binnenste kringspier een seintje dat die ook kan ontspannen. Daarna gaan je darmen het werk afmaken, dus vooral geduld hebben. Je darmen zijn prima in staat om zichzelf te legen met de darmspieren die daarvoor dienen. Normaliter is persen dus niet nodig.
In onze gewoontes rond plassen en poepen zitten vaak de aanleiding tot de problemen in dat gebied. In het volgende blog zal ik hier verder op in gaan.
Weet je hoe jij het doet? Volg je de manier die ik hierboven beschrijf of heb je andere gewoontes opgebouwd. Je kunt je eigen manieren bij het plassen en poepen delen in het commentaarveld hieronder. Hoewel we niet gewend zijn om over deze onderwerpen te praten, wil ik je toch hiertoe uitnodigen. Het helpt ons allen om plas en poep en incontinentie uit de taboesfeer te halen.
No comments yet.