In de serie over ‘Terug naar je bewegingsbasis’ heb ik uitgelegd wat ik onder bewegingsbasis versta. Vervolgens heb ik je laten zien hoe je met de zwaartekracht kunt meewerken en dan de vloer gebruiken kunt om je af te zetten. Maar wat is er nodig als je langzaam meer omhoog komt naar staan en lopen? Als je meer en meer in beweging komt. Dat is waar ik het nu over wil hebben.
Evenwicht
Hoe groter je contactvlak met de vloer is hoe steviger en stabieler je bent. Naar mate je verder omhoog komt wordt het contactvlak steeds kleiner en dan is navenant de stabiliteit steeds minder. En zo gaat het ook in de bewegingsontwikkeling. Op de rug liggend is het contact groot, op de buik liggend als een baby het hoofd steeds hoger optilt wordt het al steeds een beetje minder stabiel. In het naar de zij rollen gaat het evenwicht nog meer meespelen. Baby’s die vanuit de rug of de buik naar de zij rollen vallen dan vaak terug of juist door. Maar op een gegeven moment kunnen ze kiezen waar ze zijn: op de buik, op de rug of op de zij. Elke houding heeft zijn eigen voordeel. Ze leren hun verschillende spieren steeds beter samenwerken en beheersen, zodat ze heel geleidelijk hun gewicht kunnen verplaatsen. Vervolgens gaan ze daar steeds meer in variëren waardoor bij elke variatie de beweeglijkheid en het evenwicht verder wordt ontwikkeld. Zo bouwen ze spelenderwijs steeds meer evenwichtsvaardigheden op, hoe meer variaties hoe beter het evenwicht wordt. Er is ook een fase op de zij liggend en steunend op 1 onderarm en het hoofd op en dan spelen met de andere vrije arm. Dit is al een heel eind richting zit.
Grondvlak steeds kleiner
In zit is het grondvlak al een stuk kleiner en het vraagt dus best al veel van het evenwicht, vooral als er regelmatig, zoals baby’s al spelend doen, van houding wordt gewisseld, benen naar 1 kant gebogen, benen lang, benen naar de andere kant gebogen. Ook wordt hier de oprichting in de wervelkolom al flink gebruikt en geoefend. Al spelend wordt het steeds stabieler en efficiënter in het rechtop zijn. Vaak tegelijk hiermee is de ontwikkeling naar het kruipen: hier is het grondvlak verdeeld over 2 handen en 2 knieën en onderbenen, wat in de houding nog een aardige stabiliteit geeft. Totdat het overgaat in voortbewegen, dan zijn er steeds wisselend 1 hand en 1 knie van de grond en vraagt het ook meer evenwicht. Kinderen oefenen dat door voordat ze gaan kruipen heen en weer te bewegen op hun handen en knieën.
Gevoel van veiligheid beïnvloedt
Als je je als kind niet veilig hebt gevoeld, dan ben je in je voelen meer met de buitenwereld bezig (geweest): oplettend op wat er om je heen gebeurt, waakzaam. Dan is dit zoekproces niet gemakkelijk. Je hebt alle aandacht binnen in je nodig en dat zie je ook aan kinderen die iets nieuws leren. Dan proberen ze verschillende dingen uit in volle concentratie voor het ervaren zelf en met een haast eindeloze herhaling. Pas daarna is er weer aandacht over voor de omgeving.
https://www.facebook.com/169434689873968/videos/585601844923915/
Staan
Bij staan is het grondvlak helemaal klein en ben je tegelijk het verst van de vloer. Staan is wat je noemt een labiel evenwicht. Het voordeel is dat je zo makkelijk in beweging komt. En dat is ook hoe je er mee om zou moeten gaan: beweeglijk, enigszins heen en weer wiegend als een boom in de wind. Dan houd je je evenwichtsorgaan meteen ook actief. De meeste mensen denken echter dat ‘staan’ synoniem is aan ‘stil staan’ en gaan daarom veel meer spieren gebruiken om ‘stil’ te kunnen blijven staan. Dat werkt verstarrend en maakt je evenwichtsorgaan en je hersenen ook star en lui. Datzelfde is ook aan de hand bij zitten op een stoel. Al die overmatige actie van je houdingsspieren gaan langzaamaan een aanspanningsgewoonten worden, waardoor ook bewegen steeds minder vrij en gemakkelijk is. Die beweeglijkheid weer terugvinden is eigenlijk het belangrijkste waardoor feldenkraislessen zo goed werken. Na iedere nieuwe bewegingsreeks kun je voelen dat het staan, maar ook het zitten, gemakkelijker wordt en vooral natuurlijker aanvoelt.
Onderzoekend
In het laatste weekend van de bewegingsreeks ‘Terugkeer naar je bewegingsbasis’ gaat het dus over waar je je lichaam in contact voelt met de vloer en je gewicht daar in laten rusten op een beweeglijke manier, dus vrij om steeds het gewicht ook weer te verplaatsen. Dit is juist lastiger als de basis groot is zoals bij het op de rug liggen en makkelijker als de basis kleiner wordt, zoals in het zitten of staan. Op die manier werk je aan de beweeglijkheid in elke positie van het lichaam en maak je ook je evenwichtsorgaan meer wakker en actief.
No comments yet.