Een pijnlijke plek is in mijn visie een onschuldige plek, die lijdt omdat ergens anders de beweging stopt of wordt tegengewerkt.
Gisteren in de les vroeg Annemiek: ‘Nou heb ik weer pijn bij mijn rechterschouderblad en ik raak daar helemaal van in de war. Ik kan het makkelijk negeren en doorgaan en er is een stemmetje wat zegt: ‘Doe niet zo flauw, dit kun je best hebben’. Maar jij zegt altijd dat ik geen pijn mag hebben, maar als ik ernaar luister kan ik maar zo’n klein beetje bewegen.’
Innerlijke stem
Tja, wat zeg je dan. Het is dus kennelijk heel moeilijk om dat innerlijke stemmetje ‘niet zeuren, zo erg is het niet. Gewoon doorgaan!’ te leren dat er ook andere opties zijn. Annemiek zit al jaren in de groepsles, oorspronkelijk vanwege pijnklachten in de rechterschouder en – heup en af en toe komen die klachten weer tevoorschijn. Zoals dus vandaag. Verder vertellend zei ze dat er ook een stem is die zegt: ‘Dit gaat nooit over.’ Anderen in de groep zeiden die discussies in hun hoofd heel goed te herkennen en zelf ook regelmatig te hebben.
Dus de vraag is hoe ga je er mee om als je in de bewegingsles geconfronteerd wordt met pijn. En vooral als die gekoppeld is aan de oude klacht waarvoor je met de groepsles was gaan meedoen.
Wat kun je doen
Ik vertel hier een aantal strategieën wat je kunt doen om hiermee om te gaan:
- 1. Maak de beweging zodat het geen pijnreactie oplevert. Dat kan betekenen dat je de beweging kleiner maakt en/of dat je langzamer gaat bewegen, zodat je in de beweging beter kunt voelen waar het nog goed voelt.
Annemiek zei: ‘Er is een heel gebied waarop ik het niet weet. Dit stuk van de beweging voelt het nog goed en daar voelt het niet meer goed en daartussen weet ik het niet.’ Dat is werkelijk een heel interessante observatie wat zegt: ‘eigenlijk voel ik niet goed wat ik doe.’ Het is dus ook een hint naar mij om dat traject nog beter te begeleiden met mijn voelwoorden.
We deden de beweging nog een aantal malen. De ene kant was makkelijk en geen probleem, de andere kant dus aardig beperkt als ze zonder pijn wil bewegen. De les ging om in zit op een stoel met de rechterhand achter op de rand van de stoelzitting steunend, met de linkerhand over de rechterkant van het rechterbeen te strijken, dus langs de buitenkant, naar de knie en verder als het makkelijk gaat richting de voet. En precies andersom.
Verschil gaan voelen tussen de ene kant en de andere
Wat ik zag was dat ze rechts en links 2 compleet verschillende dingen deed, bijna het tegengestelde. Met haar linkerhand over haar rechterbeen bewoog ze in een prachtige samenwerking tussen alle verschillende lichaamsdelen in dienst van wat de hand wilde. De kant waar ze pijn kreeg in haar schouder, dus met haar rechterhand over haar linkerbeen, waren er vele delen eerder aan het tegenwerken qua bewegingsrichting door in een compleet andere richting te gaan dan de hand wilde.
Ik vroeg haar gedetailleerd in mijn woorden het verschil te voelen, maar Annemiek kon het verschil niet voelen. Ik gaf haar nog meer voelwoorden en hints, maar het bleef voor haar niet echt duidelijk. Na een paar meer aanwijzingen kon ze een beweging maken die enigszins leek op de beweging met haar linkerhand en die meteen ook zonder pijn was.
- 2. Maak de beweging aan de pijnlijke kant alleen in de voorstelling, in gedachten en de andere beweging wel echt. Meer bewegingen aan de makkelijke kant en voelen wat je daar doet en dan weer aan de andere kant in je voorstelling. Afsluiten met 1 of 2 x in het echt de beweging maken en kijken of het veranderd is.
Deze strategie heb ik hier niet gebruikt, maar was ook een bruikbare optie geweest. Misschien had ze dan sneller het verschil opgemerkt of in gedachten wel meer de goede samenwerking gevoeld. Maar omdat ik dan niet meer zie wat ze doet, heb ik daar op dat moment niet voor gekozen. Bovendien was het een groepsles, die ik nu al zeer sterk aan het individualiseren was.
Soms heeft het tijd nodig
We gingen door met de les, die verder heel symmetrisch was. Aan het eind liet ik de groep de beweging met de hand langs het andere been strijken nog eens doen. Het voelde echt een stuk gemakkelijker voor Annemiek, geen probleem ook. Toen vroeg ik haar of ze het eens kon doen met haar linkerhand over haar rechterbeen zoals ze het in het begin met haar rechterhand deed. Dit voelde heel onprettig en daarmee viel eindelijk het kwartje.
- 3. Maak een zo goed mogelijk beeld van wat je aan de ene kant doet en wat je anders aan de andere kant doet. Doe de ‘foute’, ongemakkelijke beweging aan de ‘goede’, gemakkelijke kant. Doe dat een aantal keren en dan weer die kants eigen manier. Rust een moment en doe het dan zonder je best te doen iets te veranderen aan de andere kant. Gewoon spontaan hoe het hier nu gaat. Meestal is de beweging dan een stuk beter en gemakkelijker en/of groter. Dit is het onbewuste leren van het brein in zich heeft.
Dit kon Annemiek in het begin niet doen, want ze voelde het niet. Kennelijk heeft ze er toch meer van opgemerkt dan ze dacht. Aan het eind kon ze het namelijk wel en gebruikte ik die techniek om het nog duidelijker te maken, dat niet de schouder de boosdoener was, maar haar tegengestelde bewegingsrichting.
Een pijnlijke plek is in mijn visie een onschuldige plek, die lijdt omdat ergens anders de beweging stopt of wordt tegengewerkt.
Fijn om te krijgen Tjitske! Zo helpt je lichaam zichzelf. Een mooie herinnering aan je lessen. Dank je wel. Hartelijke groet, Hetty
Hallo Hetty,
Dank je voor je positieve reactie. Ook voor de goede herinnering aan de lessen die bij je opkomen. Het leuke is dat jij dat meteen oproept met deze reactie.
Hartelijke groet,
Tjitske